top of page

Moppereend: speel je (er)mee? Aafke Bouwman


In een eerder blog schreef Karin van de Mortel een aantal suggesties voor het samen nadenken over Moppereend en wat de tekst zou kunnen betekenen.

Moppereend is geschreven door Joyce Dunbar met geweldige aansprekende illustraties van Petr Horáček. (Lemniscaat 2018).

Een boek dat zich uitstekend leent voor het naspelen met bijvoorbeeld een verteltafel en als basis voor het uitspelen in een hoek en buiten in en rond de zandbak.


Verteltafel

Een verteltafel is een plaats waar kinderen met allerlei attributen een voorgelezen en besproken verhaal met gebruik van taal uit het boek naspelen.

Het spel, de handelingen en gebruikte taal activeren een geheel van samenhangende woordbetekenissen uit een verhaal. Een verteltafel biedt de mogelijkheid bewust aandacht te schenken aan rekentaal, met name van ruimte- en tijdsaspecten. Taal staat in alle domeinen in het na- en uitspelen centraal.


Aanpak

- Je laat de kinderen eerst kennismaken met het boek. Daarvoor kun je gebruik maken van de tips uit het blog van Karin van de Mortel.

- Kopieer of teken moppereend, blijde eend en enkele uitwerkingen van de wolk en plak achter ieder figuur een stokje, zodat je deze kunt vasthouden. Lees het boek nog eens in zijn geheel voor en leg bewust de nadruk op eend en de wolk. Terwijl je voorleest laat je eend en de wolk passend bij de bladzijden zien.

- Maak met een groepje kinderen een lijstje wat er bij de verteltafel zichtbaar moet zijn. Centrale woorden/begrippen zijn eend, wolk, regendruppel, de andere dieren, vijver en regenboog. Noteer dit of laat dit in groep 3 schrijven en hang dit boven de tafel. Streep desgewenst een attribuut door van de lijst als deze aanwezig is.

- Vervolgens richt je samen met enkele kinderen de verteltafel in. Houd de inrichting rustig, zodat het verhaal centraal staat. Maak een cirkel, waarin elke scene met verschillende stukken gekleurd karton duidelijk is. Start bij droge vijver, ga verder met groen gras, bij de hond, bruin bij het varken etc. Eindig weer bij de vijver en zorg met regendruppels van piepschuim (of iets dergelijks) dat de vijver is gevuld. Dat maakt de volgorde in tijd en plaats duidelijk.

- Zorg dat de figuren zijn gekopieerd uit het boek (let op de onderlinge verhoudingen). Kopieer de wolk zodat de groei zichtbaar wordt. Plak achter de figuren een rolletje of stokje. De kinderen moeten de figuren goed kunnen laten zien en tegelijkertijd vasthouden en neerzetten. Kinderen uit groep 3 kunnen woorden schrijven bij de attributen.

- Speel zelf eerst het verhaal met de attributen na en gebruik de taal uit het boek. Het boek ligt bij de verteltafel, zodat kinderen zien dat er een verband is tussen het boek en het spel.

- Laat onder begeleiding het verhaal door kinderen samen uitspelen en stimuleer het gebruik van woorden en zinnen uit het boek. De zin die bij ieder dier terugkomt ‘ ik heb niemand om mee te spelen, zei Eend’ wordt ook letterlijk zo gezegd. Dat geeft houvast aan het naspelen en structuur aan taalgebruik. Ondersteun door zelf af en toe een stukje voor te lezen of een zin te zeggen, waardoor de kinderen weer verder kunnen.

- Laat in een combinatiegroep 2-3 een kind het boek voorlezen en anderen naspelen.

- Geef het spel steeds meer uit handen, zodat kinderen de ruimte krijgen hun eigen verhaal te spelen en taal te verrijken. Uit ervaring blijkt dat ze vaak herhaalde zinnen letterlijk zeggen en daarnaast het verhaal in eigen woorden vertellen of eigen elementen toevoegen.


Aanbodsdoelen die jij voor ogen hebt zijn bijvoorbeeld:

- Orientatie op verhaal en tekst: Kennis ontwikkelen over de opbouw van het verhaal. Ontdekken van de structuur van het verhaal. Bijvoorbeeld dat de vijver het begin en het einde van het verhaal is. Bijvoorbeeld dat de regendruppels en relatie hebben met de groei van de wolk en de regen. Naspelen van een verhaal met en zonder illustraties.

- Leesplezier: meeleven met personages in een op leeftijd afgestemd boek.

- Schrijven: ontdekken van het verschil tussen lezen en schrijven.

- Woordenschat: verschillende en nieuwe woorden gebruiken.

- Spreken: navertellen van een verhaal.

- Luisteren: ontwikkelen van verhaalbegrip


Tips:

- Laat de kinderen de figuren zelf tekenen in plaats van kopien te gebruiken. Ze ervaren door het tekenen dat de wolk steeds groter (verhouding) wordt en welke emotie op de snuiten van de dieren zichtbaar is. Tevens ontdekken ze door te tekenen bewuster wat de dieren doen voor en na de regen.

- Laat de woorden uit het boek die bij de diverse wolken dik gedrukt staan, natekenen/schrijven bij de passende kopie van de wolk.

- Gebruik vingerpopjes of speelgoeddieren in plaats van kopien. Dat houdt gemakkelijker vast en het scheurt niet. Gebruik een dienblad of lage schaal als vijver.

- Gebruik de zand/watertafel voor het uitspelen. Door zand en water te gebruiken ervaren de kinderen de droge vijver, de modderpoel van varken en de vijver vol regen.


Spel in een hoek, speellokaal of buiten

Je kunt het verhaal ook laten uitspelen in een hoek met enkele kinderen of met de groep in het speellokaal, speelstraat of buiten.

De aanpak en doelen zijn grotendeels dezelfde als bij de verteltafel. Het verschil is dat de kinderen nu zelf de emoties van Moppereend, andere dieren en de wolk ervaren door ze tijdens het verhaal uit te beelden.


Tips hoeken

- Je kunt de bouwhoek gebruiken. Leg enkele attributen klaar. Bijvoorbeeld blokken voor de vijver, sponzen voor de wolk en regenbui, kleine sponzen als regendruppels. Enkele kinderen spelen de dieren, de wolk en de regenboog.

- Laat de kinderen (samen met jou) de vijver en bijvoorbeeld de ronde van blokken die eend aflegt langs de dieren bouwen. Laat de kinderen zelf enkele plaatsen van de dieren markeren met blokken en/of eigen bedachte materialen, zoals lege dozen. De vijver moet zo groot zijn, dat er enkele kinderen in kunnen staan.

- Lees het verhaal voor en laat enkele kinderen het verhaal naspelen.

- Laat ze zelf het verhaal naspelen en observeer of, en welke taal wordt gebruikt.

- Is er weinig taal, speel dan zelf mee. Je bent Moppereend om taal aan te reiken. Door woorden en zinnen steeds te gebruiken bied je een structuur aan.

- Laat ze ook hun eigen variant van het boek spelen. Kinderen zullen taal verweven in hun eigen spel. Zo groeit woordenschat.


Tips: deel of hele groep in het speellokaal

- Jij leest voor en laat de kinderen het verhaal spelen. Ze zijn allemaal het figuur wat je leest. De wolk is geen figuur maar door je voorlezen wordt duidelijk dat de wolk steeds groter wordt.

- Lees het verhaal voor en geef vooraf aan wie eend, hond, varken etcetera is. De wolk kunnen kinderen zijn. Eerst een kind, dan twee en de megantische wolk kan uit wel 10 kinderen bestaan. Laat de woorden van de wolk op een strook schrijven, zodat de kinderen deze vast kunnen houden. De regenboog idem.

- Geef de kinderen een attribuut, zodat ze de eend, de hond en het varken zijn.

- Laat een kind uit groep 3 samen met jou het verhaal voorlezen, zodat je kunt observeren en desgewenst ondersteunen of zelf een figuur uit het verhaal naspelen.


Succes met het na en uitspelen.

595 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page