Spelbegeleiding in hoeken
Spel wordt ook wel de motor voor ontwikkeling van jonge kinderen genoemd. Jonge kinderen verkennen vanuit een natuurlijke neiging de wereld, waarbij ze onderzoeken, uitproberen en herhalen. Met spel laten ze zien over welke kennis en vaardigheden ze al beschikken. Ze bootsen de echte wereld op hun manier na door rollen te spelen en materialen te gebruiken: ze doen-alsof. Kinderen die de tijd en de ruimte krijgen om te doen-alsof, zijn betrokken in hun spel en kunnen zich breed ontwikkelen. Hoeken zijn daar onder andere geschikte speelplaatsen voor.
Het is echter een misvatting dat spel in de hoeken zich bij alle kinderen vanzelf ontwikkelt, ook al spelen oudere en jonge kinderen er samen, voelen ze zich veilig en uitgedaagd en ligt er voldoende materiaal. Kinderen hebben in deze ontwikkeling ook interactie nodig met iemand die woorden kan geven aan de handelingen en de ontdekkingen. Jouw begeleiding in het spel is voor een deel van de kinderen nodig om het spel te ontwikkelen door een tijdelijk steuntje in de rug te geven of om het spel op een hoger niveau te brengen. Hoe je dat op een passende wijze kunt doen, lees je in deze 7 tips.
1. Creëer een rijke speelleeromgeving
- Een goede of rijke leeromgeving biedt voldoende mogelijkheden en materialen om gemaakte speelplannen van kinderen te kunnen uitvoeren. Betrek hen bij de inrichting.
- Gebruik ook ‘echte’ materialen en losse materialen als kurken en doppen. Dit stimuleert het doen-alsof en het zich verplaatsen in de werkelijkheid. Een dop kan van alles betekenen, zoals ingrediënten van soep, een taartje en passagiers in een auto.
- Materialen zijn zichtbaar en volgens de echte wereld geordend. Keukengerei en etenswaren in een kastje en kleding aan een kledingrek.
- Voorkom te veel materialen, waardoor er geen overzicht meer is.
2. Observeer eerst
- Spel biedt voldoende aanknopingspunten om activiteiten van kinderen te begeleiden om tot nieuwe spelhandelingen te komen. Tegelijkertijd is spelbegeleiding ook precair. Zonder afstemming vooraf verstoor je het plezier en betrokkenheid in het spel. Dat wil je uiteraard voorkomen. Regelmatige observatie van het spel, voordat je gaat begeleiden is dan ook essentieel.
- Stel vast wat en waarom je wilt observeren en verken tijdens je observatie enkele minuten het spel om te begrijpen wat je waarneemt. Stel jezelf vragen zoals: 'met welke materialen wordt gespeeld?' 'Hoe worden ze gebruikt?' ' Zie ik rollenspel?' ' Is er een gesprekje vanuit een rol?'
- Besluit vervolgens of een interventie passend is om het spel te beïnvloeden. Als het spel vanuit betrokkenheid gebeurt, blijf dan observeren en maak notities voor je observatiesysteem. Sluit aan in het spel als beïnvloeding wenselijk is. (punt 3-7) Blijf wel observeren hoe de kinderen reageren op je interventies.
3. Verbind je met het spel door aan te sluiten en mee te spelen
- Sluit aan bij het spelverhaal van het moment. Je volgt de kinderen en zij hebben de spelregie.
- Neem een rol aan als je in het spel stapt en blijf rolvast. Je handelingen en taal sluiten aan bij je rol. Spreek tegen kinderen vanuit de rol en gebruik taal uit de wereld van nu: ‘Hoeveel weken moet mijn been nog in het gips dokter?’
- Voorkom instructie en controlerende vragen: ‘Nu moet je een recept schrijven’. Daarmee haal je kinderen uit het spel en gaan ze jou het gewenste antwoord geven.
- Sluit je begeleiding betekenisvol af. Nadat het been is gegipst, maak je een nieuwe afspraak en verlaat het spel.
4. Verbreed het spel door suggesties te doen
- Geef tijdens het meespelen vanuit je gekozen rol nieuwe impulsen. Daarmee lok je kinderen uit tot meer gesprek. Je brengt vanuit je rol nieuwe woorden in en ondersteunt dat in je handelingen. Daarmee verbreed je woordenschat en bied je nieuwe impulsen. Door dit in de spelcontext te doen, blijft het voor kinderen betekenisvol.
- Stel in de spelcontext vragen die uitnodigen tot denken en redeneren. Vraagwoorden als: 'Wat vind je?' en 'Hoe doet u dat?', nodigen daartoe uit. Vraag door op de reactie met vraagwoorden als: 'Hoe dan?', 'Wat als?', ' Wat bedoel je?'. Zo ontlok je meerdere argumenten.
- Materialen weghalen of toevoegen, zonder interactie, verbreedt ook het spel. Voeg in de bloemenwinkel narcissen toe en haal de tulpen weg. Observeer vervolgens wat er gebeurt. Zien de kinderen het materiaal? Hoe wordt het gebruikt in het spel?
5. Verdiep het spel door het inbrengen van een probleem of benut het probleem dat kinderen zelf inbrengen.
- Breng bewust in de spelcontext een probleem in, waar vervolgens over oplossingen gedacht en geredeneerd kan worden. Een probleem zorgt voor verwarring en daagt uit om in het spel te zoeken naar oplossingen. Spelproblemen bieden allerlei kansen voor taal.
- Laat het probleem van de kinderen zijn. Geef hen de tijd en ruimte zelf te denken en problemen oplossingen te bedenken. Waardeer alle oplossingen en laat deze uitvoeren. Zo wordt door de ervaringen vanzelf duidelijk wat handig is en wat niet.
- Houdt het probleem klein en overzichtelijk. Een gebouw stort steeds in, de soep is te flauw en er te weinig deeg.
6. Spel demonstreren.
- Het demonsteren van rolgebonden handelingen kan een zinvolle interventie zijn, als je spelproblemen ervaart. Denk daarbij aan: na meerdere observaties weinig betrokkenheid zien, het herhalen van dezelfde handelingen, weinig of steeds dezelfde taal gebruiken, rommelen met materialen, door de ruimte rennen.
- Je bent in deze interventie een spelleider. Je neemt de leiding en geeft met je handelingen en taal tijdelijk ondersteuning om de spelontwikkeling op gang te brengen.
- Voor hele jonge kinderen is het herhalen van dezelfde handelingen of rommelen met de materialen overigens een normale ontwikkeling. Laat hen hun eigen spel spelen!
7. Het gebruik van een spelverhaal
- Een spelverhaal is een korte visuele weergave op papier van enkele opeenvolgende stappen van het verhaal. Gebruik het als een steuntje in de rug om volgordelijke handelingen met gebruik van specifieke taal uit te spelen. Kinderen die het prettig vinden, zullen er gebruik van maken.
- Stel een verhaal met kinderen samen. In een gesprek brengen de kinderen ideeën in. Deze ideeën worden een verhaal, weergegeven in enkele foto’s of tekeningen. Samen met de kinderen wordt het verhaal gespeeld.
- Doe dit pas na de eerste spelervaringen in de hoek. Zonder ervaringen met materialen en rollen is een spelverhaal een betekenisarm verhaal.
- Spel wordt ook verbreed door meerdere spelverhalen met de kinderen samen te stellen. Een verhaal in de huishoek waar de reisgidsen liggen en de koffers worden gepakt. Dit verhaal verbindt zich met het verhaal in het reisbureau, waar de reis wordt geboekt.
- Laat het verhaal van de kinderen blijven. Voorkom een toneelstukje.
- Geef de mogelijkheid voor regisserend spel met materialen. Met behulp van allerlei klein materiaal, zoals loose parts, blokken, wereldspelmateriaal, ontwerpen kinderen hun eigen spelverhaal. In het verplaatsen en ordenen van de materialen, spelen ze een rol en lossen problemen op die ze tegenkomen. Je observeert en luistert naar het verhaal wat gespeeld wordt. Zo krijg je informatie over wat er leeft bij het kind.
Tot slot: hoe je ook de hoeken ingaat: laat het spel van de kinderen zijn.
Comments