top of page
b.lammers

Lezen, niet meer, maar anders! Het antwoord op PISA.

Bijgewerkt op: 13 dec. 2019

Het hele land is in rep en roer vanwege de resultaten van PISA. En de vraag, wat moet er gebeuren? We worden overspoeld met goed bedoelde adviezen, leuke activiteiten en er wordt van alles te koop aangeboden. Op de scholen die ik begeleid doen we niet meer, kopen we niets extra's, maar doen we het anders. We zien hoeveel plezier en resultaat dit oplevert. Ook op het ILA congres een paar weken geleden in Amerika, werd dit nog eens bevestigd door o.a. Fisher and Frey.

Vorige week gaf ik een presentatie aan een zaal vol directeuren en ib-ers van één bestuur over goed leesonderwijs. Ik heb het dan vooral over leerkrachtvaardigheden en we hebben met elkaar gesproken over wat moet je zien en horen in de groepen? Dit bestuur wil het anders gaan doen en zich focussen op leerkrachtvaardigheden. Dit heb ik hieronder uitgewerkt in een voorbeeld van een leerkracht in de middenbouw.


Meester Martijn staat bij de deur, met een boek onder zijn arm en verwelkomt alle leerlingen die binnenkomen. De meeste leerlingen kijken al nieuwsgierig naar het boek.

Deze leerkracht leest iedere dag voor, zeker 15 minuten per dag, dit staat op het rooster. En ik hoor hem leerlingen mee nemen in het boek door het stellen van de vragen die aanzetten tot denken. Wat heb je gehoord en gedacht? Op welke manier zet de schrijver dit karakter neer? Hij heeft dit duidelijk voorbereid en ik zie dat ze met z’n allen genieten ze van het samen lezen en denken.


Verder op de dag krijgen de leerlingen instructie technisch lezen, met tekst, woorden en zinnen. Eerst wordt de tekst voorgelezen door de meester. “Want”, zegt hij, “het doel is dat je deze tekst straks vloeiend kunt lezen. Luister dus goed hoe ik het voorlees. Daarna gaan we de woordrijen met bepaalde leesmoeilijkheden oefenen zodat je deze in de tekst straks makkelijker kunt lezen. Vanmiddag gaan we bezig met de inhoud, het is namelijk de geschiedenistekst over de middeleeuwse stad.” Ik hoor hem de woordrijen voorlezen, daarna samen met de leerlingen totdat hij tevreden is. Daarna laat hij de kinderen samen oefenen. Hij zegt: “Ik hoor dat jullie de woorden correct en vlot uitspreken, we gaan de zinnen oefenen en dan terug naar de tekst. Ga de tekst samen oefenen, lees elkaar voor en geef elkaar tips en tops op het vloeiend lezen. Vandaag gaan we letten op het lezen van punten”. Een kleine groep krijgt nog een keer instructie op de woordrijen en tekst van deze enthousiaste meester, die doelgericht ondersteunt en veel met ze in koor leest totdat ze het zelf kunnen.


“Vandaag lezen we natuurlijk ook in ons eigen boek. Dit keer iets korter omdat we in groepen met elkaar in gesprek gaan over het boek dat je aan het lezen bent. We gebruiken hiervoor onze leesvragen. Even later zien we leerlingen verdiept in hun boek en een enkele leerling die een boekgesprek met zijn leerkracht heeft. Ik hoor dat de leerkracht het boek kent en dat ze samen genieten van wat al is gebeurd en benieuwd zijn naar wat nog komen gaat.

Na 15 minuten zien we de leerlingen in groepen van 4 met elkaar in gesprek over hun boek en hoor ik dat enkele leerlingen afspraken maken. “Mag ik dan jouw boek als je het uit hebt?”


Na de pauze zegt de meester: “Pak jullie denkschrift en blader naar de aantekeningen die je gemaakt hebt na aanleiding van de brief van het rode krijtje." Ik hoor een paar kinderen juichen. Yes, aan de slag met het boek “De krijtjes staken”. "We gaan namelijk vandaag een brief schrijven namens het witte krijtje, daarom kijken we eerst terug naar de redenen van het rode krijtje om te staken. Ik pak mijn aantekeningen erbij en laat jullie zien hoe je deze in een kolom kunt zetten. Doe dit daarna zelf met het beige krijtje. Als je nu kijkt naar de redenen van deze beide krijtjes, wat kunnen dan redenen zijn voor het witte krijtje om te staken? Noteer deze en bespreek dit daarna met je buur.” Nadat de leerkracht hier volgens het GRIMM model prachtig instructie heeft geven, hoor ik dat hij de volgende stap zet. “We gaan nu een brief schrijven namens het witte krijtje. Je weet hoe je een brief moet schrijven, dat hebben we gisteren tijdens de taalles geleerd en geoefend. Ik wil dat je een brief namens het witte krijtje schrijft met een duidelijke aanhef en afsluiting, anders dan de andere krijtjes. En je moet zeker 3 redenen verwerken in je brief. Probeer of je er ook een beetje humor in kan verwerken. Morgen gaan we elkaars brieven lezen en vergelijken met de brief van de schrijver.”

Ik zie de leerlingen actief aan het werk en ik hoor ze af en toe hardop denken. De leerkracht is aan het werk met een groep leerlingen die de opdracht heeft gekregen humor erin te verwerken. Dit is een mooie opdracht voor deze leerlingen die graag uitgedaagd willen worden. Ik hoor dat de leerkracht ze blijft uitdagen de zinnen steeds te herformuleren tot de zinnen daadwerkelijk zeggen wat de leerling wil. Ik zie uiteindelijk prachtige brieven die voldoen aan het doel en de verwachting.


’s Middags zie ik dat het denkschrift weer op tafel komt. “Op de illustratie zie je een middeleeuwse stad. Als je kijkt naar deze illustratie wat weet je dan al over het leven in een middeleeuwse stad? Schrijf dat op. En deel het daarna met je buur." Ik hoor hem het doel van de les vertellen, die ook op het bord staat. “We gaan vandaag leren hoe het leven in een middeleeuwse stad eruit zag en ik ben benieuwd of jullie daar zouden willen wonen. We gaan de tekst lezen, die we vanochtend al technisch geoefend hebben, en deze steeds verbinden met de illustratie en de gedachte zou ik daar wel of niet willen wonen en waarom. Ik doe het een klein stukje voor, dan mag je samen oefenen en daarna ga je zelf aan de slag. Aan het eind van de les kun je aan de hand van je aantekeningen vertellen wat je nu weet over het leven in de middeleeuwen.” Ook hier zie ik dat de leerlingen de leerkracht volgen in zijn modelling en daarna in hun denkschrift en in overleg de juiste stappen maken. Aan het eind van de les hoor ik dat de leerlingen elkaar aan de hand van de illustratie kunnen vertellen hoe het leven er in een middeleeuwse stad eruit zag.


Ik zou het nog kunnen hebben over de muziekles, waar we tekst zingen en het natuurlijk over de inhoud hebben. De rekenles waar we de verhaalsommen, tabellen en kolommen lezen. En zo kan ik wel doorgaan. Lezen doen we de hele dag door. De taak aan de leerkracht dit te (h)erkennen en gebruiken om de leerlingen betere en gemotiveerde lezers te maken. Lezen is leuk als je het goed kan, weet hoe je het moet aanpakken en het doel helder is.


Leerkrachten, doe niet meer, maar doe het anders!! Geef instructie als het moet, transfer waar het kan en altijd in verbinding! Samen kunnen we het zeker!!!

3.098 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page